PEDAALTECHNIEK
Eerst een mooi voorbeeld: "het" Pedal-exercitium van J.S. Bach, gespeeld door Mathias Havinga.
Het pedaalgebruik staat goed beschreven in ARS ORGANI I, door Flor Peeters. Samengevat:
# Aanduiding voetzettingen:
Dit teken: ∧ wordt gebruikt voor de punt (vooraan de voet, aan de grote teen). Boven de noot geplaatst: rechtervoet. Onder de noot geplaatst: linkervoet.
Dit teken: ⊔ wordt gebruikt voor de hak. Boven de noot geplaatst: rechtervoet. Onder de noot geplaatst: linkervoet.
# Zitplaats
Altijd in het midden van de bank zitten. Niet te ver naar achter leunen, zelfs liefst iets meer naar voor. Verschuivingen met het lichaam naar links of rechts is niet toegelaten. Wat mag wel: draaien naar links of rechts (indien nodig), maar je blijft op dezelfde plaats zitten.
# Open ruimten
Richt je steeds naar de open ruimten tussen de boventoetsen: dit zijn de plaatsen waar je kan "voelen" met je voeten waar je precies bent. (Vb: tussen mi bémolle en fa kruis). Het is immers vaak niet mogelijk om naar het pedaal te kijken terwijl je speelt.
# Kieën bij elkaar
De knieën dienen steeds bij elkaar gehouden te worden. Dit kan tot een afstand van een octaaf. Let wel: dit moet ontspannen blijven.
# De aanslag
De aanslag gebeurt met de voet en alle beweging houdt op bij de ENKEL van de voet! Het heeft geen zin om de benen te bewegen bij het aanslagen van de toetsen. De aanslag moet direct en energiek zijn, van dichtbij en zonder extra geluiden. De voet moet daarom zoveel mogelijk "voorbereid" worden: klaarzetten, anticiperen op wat komt. Ook het loslaten van de toets gebeurt met evenveel overtuiging als het indrukken van de toets.
# Nog een extra tip van mezelf :-)
Probeer bij het studeren de pedaal-partij zoveel mogelijk uit het hoofd te spelen. Zelfs "blind" spelen kan enorm helpen, vooral bij de grotere werken met het snelle pedaalwerk.