TONGWERKEN
De pijpen van tongwerken werken zoals een klarinet of een hobo: een klein (metalen) tongetje wordt tot trillen gebracht en de klank wordt versterkt door een resonator (schalbeker). De klank wordt bepaald door de vorm en lengte van deze schalbekers.
+ Langbekerige tongwerken: sterke, trompetachtige klank: trompet, klaroen, bazuin..
+ Gemiddelde bekerlengte: zachtere klank: kromhoorn, hobo, dulciaan, schalmei
+ Kortbekerige bekerlengte: dunne, ijle en zeer snijdende klank (regaal, vox humana)
+ Registraties met tongwerken
- Trompet 8' + prestant 4'
- Trompet 8' + bourdon 8' + prestant 4'
- Vox humana 8' + gedekt 8' (+ eventueel als hij goed afgesteld is: de tremulant)
- Vox humana 8' + fluit 4' (+ eventueel als hij goed afgesteld is: de tremulant)
- Kromhoorn 8' + gedekt 8'
- Grand jeu: bourdon 16' + bourdon 8', prestant 4', nasard en tierce, octaaf 2', trompet 8', cornet. Op alle klavieren. Let op de juistheid van het orgel.